KM Woordenschat
Chocolademelk = poeroet
Houten bek = pech gehad
Klep op dek = al je iets laat vallen
Pendek = onderbroek
Kajoe = timmerman
Mandiejen = douchen
Toelus = schrijver
Katje = salaris
Baroe = groentje
Ouwe = commandant
Dikkelul3bier = je bekijkt het maar
Katjang saus = pinda saus
Spatoe = schoenmaker
Komaliewand = eetgerei
Spatoe = schoenmaker
Toko = winkeltje
Baroe = beginnend schepeling
Kabelgast = matroos die het kabelgat beheerd t.b.v. onderhoudsmiddelen
Paai = matroos draagt zorg voor bijvoorbeeld het halfdek/sloep.
Barrel = persoon leeft niet volgens de regels
Takenboeker = rond 1965 een nieuwe opleiding volgens het boekje
Blauwe Neus = bij het passeren van de poolcirkel kregen de jongste matroos, officier en het schip met tjet een blauwe neus en oorkonde
Tjetten = schilderen
Kettingbak = in het vooronder een bak waar een matroos bij het ophalen van het anker de ankerketting moest opslaan, zeer listig, zeker bij ruwe zee!
Puimen met puimsteen = handeling ter voorbereiding van het schilderwerk
Telefoonboei = nepboei nabij Den Helder dus ik ben genept!
Wil jij ook hier iets aan toevoegen? Dat kan, stuur je woorden naar de Webmaster